brosser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bros·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van brossen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord brosser brossers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

brosser m

  1. iemand die niet aanwezig is waar hij hoort te zijn, iemand die verzuimt
Synoniemen

Bijvoeglijk naamwoord

brosser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van bros

Gangbaarheid

  • Het woord brosser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Werkwoord

se brosser

  1. wederkerend zich borstelen
  2. wederkerend (spreektaal) lang wachten, op een houtje bijten
  1. «Tu peux te brosser
    Schrijf dat maar op je buik! [1]
Synoniemen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.