bronchiën

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bron·chi·en
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘vertakkingen van de luchtpijp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1669 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bronchie bronchiën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bronchiën mv

  1. (anatomie) luchtwegen ten behoeve van de ademhaling, in grootte tussen de luchtpijp en de bronchioli
    • De bronchiën zijn van binnen bekleed met slijmvlies en kraakbeenschijfjes en bestaan uit bindweefsel en glad spierweefsel. 
Synoniemen
  • luchtwegvertakkingen

Zelfstandig naamwoord

bronchiën mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bronchie

Gangbaarheid

  • Het woord bronchiën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.