brochette
Nederlands
Woordafbreking
- bro·chet·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pen om vlees aan te roosteren’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brochette | brochettes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
brochette v/m
- vlees geroosterd aan een spies
- Gelegen aan de voet van de Arc de Triomphe en een uitkomst in deze buurt waar maar weing gezellige ontmoetingspunten zijn. Het heeft een keizerlijke Garcia-inrichting met talloze knipogen naar Napoleon en wordt vooral bezocht door de yuppies die in de buurt werken. Je kunt er lekker eten voor ongeveer 300F in een heel Parijse atmosfeer: b.v. een `brochette de poulet tandoori' voor 95F.[3]
- een sierspeld
Gangbaarheid
- Het woord brochette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'brochette' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.