brink
Nederlands
Woordafbreking
- brink
Zelfstandig naamwoord
brink m [3]
- gemeenschappelijk grasland in het midden van een dorp
- De brink is van oorsprong de boerengebruiksruimte waar het vee werd verzameld, om daarmee als kudde naar de gemeenschappelijke weidegronden te gaan. De brink lag dan ook van oorsprong aan de rand van het dorp (vergelijk het Engelse brink is rand). We kennen zowel de gemeenschappelijk gebruikte brinken als de brinken die slechts tot één boerderij behoorden. In de nieuwe tijd nam de bebouwing rond de brink toe, waardoor brinken zich steeds vaker binnen het dorp bevonden.
Gangbaarheid
- Het woord brink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'brink' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.