breiden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breiden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrɛidə(n)/
Woordafbreking
  • brei·den

Werkwoord

vervoeging van
breien

breiden

  1. meervoud verleden tijd van breien
    • Wij breiden. 
    • Jullie breiden. 
    • Zij breiden. 
  2. (verouderd) breder maken [1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord breiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.