braziel
Nederlands
Woordafbreking
- bra·ziel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans of Portugees, in de betekenis van ‘houtsoort’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | braziel | braziels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
braziel o [3]
- donkerrood of bruingeel, zeer hard hout uit Zuid-Amerika, vroeger voornamelijk voor de bereiding van verfstoffen gebruikt
- een rood pigment dat uit brazielhout wordt verkregen. Het staat ook bekend als Natural Red 24
- Braziliaanse tabak
Afgeleide begrippen
- brazielhout, brazielnoot
Gangbaarheid
- Het woord braziel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'braziel' herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.