bracht teweeg

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bracht te·weeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
teweegbrengen

bracht teweeg

  1. enkelvoud verleden tijd van teweegbrengen
    • Ik bracht teweeg. 
    • Jij bracht teweeg. 
    • Hij, zij, het bracht teweeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord bracht teweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.