bombardeer
Nederlands
Woordafbreking
- bomĀ·barĀ·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bombarderen |
bombardeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bombarderen
- Ik bombardeer.
- gebiedende wijs van bombarderen
- Bombardeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bombarderen
- Bombardeer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.