boarden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boarĀ·den
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels 'to board' [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boarden
boardde
geboard
zwak -d volledig

Werkwoord

boarden onovergankelijk

  1. (luchtvaart) aan boord van een vliegtuig gaan
  2. (sport) skateboarden, snowboarden, wakeboarden
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord boarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.