bloedstollend

• Geluid:  bloedstollend    (hulp, bestand)
• IPA: /blutˈstɔlənt/; bij beklemtoond attributief gebruik /ˈblutstɔlənt/

• bloed·stol·lend

• samenstellende afleiding van bloed en stollen met het achtervoegsel -d [1][2]

bloedstollend

1. waardoor bloed gaat klonteren en een korst vormt (om verder bloedverlies te voorkomen)

1. • Aan die koolstofbelletjes hecht tranexaminezuur, een bloedstollend middel, zich eenvoudig en kan zo de inwendige wond bereiken. [3]

2. angstaanjagend

1. • Een bloedstollend ingrediënt van dat mengsel is het beeld van wreedheid, hardheid, genadeloze rechtvaardigheid (…) [4]

1. • Bloedstollend denkbeeld; hij zal er niet zijn! [5]

2. heel spannend

1. • In deze spannende roman brengt Annie Degroote een bloedstollend verhaal over de dappere Flore die tegen alle vooroordelen van haar tijd in kiest voor de liefde en de vrijheid. [6]

2. heel erg

1. • En laat het nu net in deze afwisseling van bezettingen en dus klankidiomen zijn, dat de kracht van dit bijwijlen bloedstollend mooie album ligt. [7]

• Het woord bloedstollend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bloedstollend' herkend door: