bliezen
Nederlands
Woordafbreking
- blieĀ·zen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blazen |
bliezen
- meervoud verleden tijd van blazen
- Wij bliezen.
- Jullie bliezen.
- Zij bliezen.
- Wij bliezen.
Gangbaarheid
- Het woord bliezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bliezen' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.