bleef nabij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bleef na·bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nabijblijven

bleef (…) nabij

  1. enkelvoud verleden tijd van nabijblijven
    • Ik bleef nabij. 
    • Jij bleef nabij. 
    • Hij, zij, het bleef nabij. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'bleef nabij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.