blander

Deens

Woordafbreking
  • blan·der
Naar frequentie 3171

Werkwoord

blander

  1. tegenwoordige tijd van blande


Noors

Woordafbreking
  • blan·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord blande met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 4086

Werkwoord

blander

  1. tegenwoordige tijd van blande
Vaste voorzetsels
  • blander inn

Zelfstandig naamwoord

blander

  1. (bouwkunde) betonmolen
  2. giftmenger
Synoniemen
  • [1]: blandeapparat
  • [1]: blandemaskin
  • Nynorsk: blandar
Afgeleide begrippen
  • [1]: betongblander
  • [2]: giftblander


Nynorsk

Woordafbreking
  • blan·der
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

blander, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van blande
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.