blanda

Spaans

Bijvoeglijk naamwoord

blanda

  1. vrouwelijk enkelvoud van blando

Werkwoord

vervoeging van
blandir

blanda

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blandir
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blandir
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blandir


Zweeds

Werkwoord

blanda

  1. mengen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.