blaken
Nederlands
Woordafbreking
- bla·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘branden, gloeien’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blaken |
blaakte |
geblaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
blaken
- inergatief- hitte uitstralen, schijnen, branden
- De planken van den voorsteven moeten geblaakt worden.
- - Divers (duikers) bevat voor haar doen korte stukken, die toch weer blaken van ambitie in hun gelaagde structuur en poëtische diepgang. [2]
Uitdrukkingen en gezegden
- blaken van gezondheid
er bijzonder gezond uitzien
Gangbaarheid
- Het woord blaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blaken' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.