bivalent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·va·lent
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tweewaardig’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • afgeleid van valent met het voorvoegsel bi- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bivalentbivalenterbivalentst
verbogen bivalentebivalenterebivalentste
partitief bivalentsbivalenters-

Bijvoeglijk naamwoord

bivalent

  1. (scheikunde) tweewaardig
  2. (biologie) (van chromosomen) bij de reductiedeling een paar vormend
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bivalent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.