bilbord

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bilĀ·bord
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Frans (scheepsterm) of het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bilbord bilborden
verkleinwoord bilbordje bilbordjes

Zelfstandig naamwoord

bilbord o [2]

  1. (scheepvaart) bord om een scheepsanker op te leggen, ankerbedding, ankerbrug
  2. bord met mededelingen of reclame ?

Gangbaarheid

  • Het woord 'bilbord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.