bikoeriem

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·koe·riem
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bikoeriem mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bikoer

bikoeriem

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) eerstelingen van de oogst
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.