bijharken
Nederlands
Woordafbreking
- bij·har·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij bw en harken ww
Werkwoord
bijharken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijharken |
harkte bij |
bijgeharkt |
zwak -t | volledig |
- iets met een hark opruimen
- Hij heeft de tuin bijgeharkt.
Gangbaarheid
- Het woord bijharken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijharken' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.