bezweken
Nederlands
Woordafbreking
- be·zwe·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bezwijken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezwijken |
bezweken
- meervoud verleden tijd van bezwijken
- Wij bezweken.
- Jullie bezweken.
- Zij bezweken.
- Wij bezweken.
- voltooid deelwoord van bezwijken
Gangbaarheid
- Het woord bezweken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezweken' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.