bezweerder

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zweer·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bezweren met het achtervoegsel -der
enkelvoud meervoud
naamwoord bezweerder bezweerders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bezweerder m [1]

  1. iemand die bezweert
Hyponiemen

Gangbaarheid
  • Het woord bezweerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.