bezempje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zem·pje
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bezem met het achtervoegsel -pje

Zelfstandig naamwoord

bezempje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bezem

Gangbaarheid

  • Het woord bezempje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.