bezemden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zem·den

Werkwoord

vervoeging van
bezemen

bezemden

  1. meervoud verleden tijd van bezemen
    • Wij bezemden. 
    • Jullie bezemden. 
    • Zij bezemden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.