bezemen
Nederlands
Woordafbreking
- be·ze·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
bezemen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezemen |
bezemde |
gebezemd |
zwak -d | volledig |
- met een bezem schoonmaken
- ”Misschien moet ik straks lijfwachten inhuren”, zegt bestuurder Hershell Waxman van The Netherlander Theatre (Rent), „maar ik wil het toch zeggen. Het is belachelijk dat iemand 25.000 dollar per jaar krijgt, bovenop zijn bestaande loon, alleen maar voor het bezemen van het toneel. (Freek Staps NRC 13 november 2007)
Gangbaarheid
- Het woord bezemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezemen' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.