bezeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zeer·de

Werkwoord

vervoeging van
bezeren

bezeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van bezeren
    • Ik bezeerde. 
    • Jij bezeerde. 
    • Hij, zij, het bezeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.