bewoog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewoog (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /bəˈʋoχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bəˈβ̞ox/
- (Limburg): /bəˈwox/
Woordafbreking
- be·woog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewegen |
bewoog
- enkelvoud verleden tijd van bewegen
- Ik bewoog.
- Jij bewoog.
- Hij, zij, het bewoog.
- Ik bewoog.
Gangbaarheid
- Het woord bewoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewoog' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.