beweert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·weert

Werkwoord

vervoeging van
beweren

beweert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beweren
    • Jij beweert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beweren
    • Hij beweert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beweren
    • Beweert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.