beweeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beweeg    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /bəˈʋeχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bəˈβ̞ex/
    • (Limburg): /bəˈwex/
Woordafbreking
  • be·weeg

Werkwoord

vervoeging van
bewegen

beweeg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen
    • Ik beweeg. 
  2. gebiedende wijs van bewegen
    • Beweeg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen
    • Beweeg je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.