bewapenden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wa·pen·den

Werkwoord

vervoeging van
bewapenen

bewapenden

  1. meervoud verleden tijd van bewapenen
    • Wij bewapenden. 
    • Jullie bewapenden. 
    • Zij bewapenden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.