bevroren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vro·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bevroren
verbogen bevroren

Bijvoeglijk naamwoord

bevroren

  1. door afkoeling in vaste toestand gekomen; volledig met ijs bedekt
    • De rivier was helemaal bevroren. 
  1. (figuurlijk) geblokkeerd, vastgezet, stilgelegd
    • Alle diplomatieke contacten zijn bevroren. 
    • Een bevroren account, bevroren tegoeden. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bevriezen

bevroren

  1. meervoud verleden tijd van bevriezen
    • Wij bevroren. 
    • Jullie bevroren. 
    • Zij bevroren. 
  2. voltooid deelwoord van bevriezen

Gangbaarheid

  • Het woord bevroren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.