bevredigt
Nederlands
Woordafbreking
- be·vre·digt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevredigen |
bevredigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevredigen
- Jij bevredigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevredigen
- Hij bevredigt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van bevredigen
- Bevredigt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.