beveel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beĀ·veel

Werkwoord

vervoeging van
bevelen

beveel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevelen
    • Ik beveel. 
  2. gebiedende wijs van bevelen
    • Beveel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevelen
    • Beveel je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.