betuig

Nederlands

Uitspraak

Geluid: betuig (hulp, bestand)

Woordafbreking

be·tuig

Werkwoord

vervoeging van
betuigen

betuig

eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betuigen
- Ik betuig.
gebiedende wijs van betuigen
- Betuig!
(bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betuigen
- Betuig je?

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.