betoon
Nederlands
Woordafbreking
- be·toon
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van betonen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betoon | betonen |
verkleinwoord |
Hyponiemen
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betonen |
betoon
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betonen
- Ik betoon.
- gebiedende wijs van betonen
- Betoon!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betonen
- Betoon je?
Gangbaarheid
- Het woord betoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'betoon' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.