bestrijken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beĀ·strijĀ·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bestrijken
bestreek
bestreken
klasse 1 volledig

Werkwoord

bestrijken

  1. overgankelijk ~ met in een strijkende beweging ergens iets op aanbrengen
    • De muur werd met kalk bestreken. 
  1. overgankelijk een bepaald gebied betreffen, beslaan
    • Het broedgebied van deze vogelsoort bestrijkt vrijwel geheel Noord-Europa. 

Gangbaarheid

  • Het woord bestrijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.