bestrijken
Nederlands
Woordafbreking
- beĀ·strijĀ·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bestrijken |
bestreek |
bestreken |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
bestrijken
- overgankelijk ~ met in een strijkende beweging ergens iets op aanbrengen
- De muur werd met kalk bestreken.
- overgankelijk een bepaald gebied betreffen, beslaan
- Het broedgebied van deze vogelsoort bestrijkt vrijwel geheel Noord-Europa.
Gangbaarheid
- Het woord bestrijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bestrijken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.