bespringen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beĀ·sprinĀ·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bespringen
besprong
besprongen
klasse 3 volledig

Werkwoord

bespringen

  1. overgankelijk iets of iemand aanvallen door er op te springen
    • De tijger bespringt onverhoeds zijn prooi 

Gangbaarheid

  • Het woord bespringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.