bespiegeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bespiegeling (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /bə.ˈspi.χə.lɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈspi.ɣə.lɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈspi.ɣə.lɪŋ/
Woordafbreking
- be·spie·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bespiegelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bespiegeling | bespiegelingen |
verkleinwoord | bespiegelingetje | bespiegelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
bespiegeling v
- een overdenking over een bepaald onderwerp uitmondend in een bespreking
- Hij schreef een korte bespiegeling daarvan in zijn kolom in de krant.
Vertalingen
1. een overdenking over een bepaald onderwerp uitmondend in een bespreking
|
Gangbaarheid
- Het woord bespiegeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bespiegeling' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.