beploegt
Nederlands
Woordafbreking
- be·ploegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beploegen |
beploegt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen
- Jij beploegt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen
- Hij beploegt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van beploegen
- Beploegt!
Gangbaarheid
- Het woord beploegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.