beploegde
Nederlands
Woordafbreking
- be·ploeg·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beploegen |
beploegde
- enkelvoud verleden tijd van beploegen
- Ik beploegde.
- Jij beploegde.
- Hij, zij, het beploegde.
- Ik beploegde.
Gangbaarheid
- Het woord beploegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.