beploegde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ploeg·de

Werkwoord

vervoeging van
beploegen

beploegde

  1. enkelvoud verleden tijd van beploegen
    • Ik beploegde. 
    • Jij beploegde. 
    • Hij, zij, het beploegde. 

Gangbaarheid

  • Het woord beploegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.