beoefende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·oe·fen·de

Werkwoord

vervoeging van
beoefenen

beoefende

  1. enkelvoud verleden tijd van beoefenen
    • Ik beoefende. 
    • Jij beoefende. 
    • Hij, zij, het beoefende. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.