benoemde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·noem·de

Werkwoord

vervoeging van
benoemen

benoemde

  1. enkelvoud verleden tijd van benoemen
    • Ik benoemde. 
    • Jij benoemde. 
    • Hij, zij, het benoemde. 

Gangbaarheid

  • Het woord benoemde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.