benadeelden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·na·deel·den

Werkwoord

vervoeging van
benadelen

benadeelden

  1. meervoud verleden tijd van benadelen
    • Wij benadeelden. 
    • Jullie benadeelden. 
    • Zij benadeelden. 

Zelfstandig naamwoord

benadeelden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord benadeelde
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.