beleden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·le·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
belijden

beleden

  1. meervoud verleden tijd van belijden
    • Wij beleden. 
    • Jullie beleden. 
    • Zij beleden. 
  2. voltooid deelwoord van belijden

Gangbaarheid

  • Het woord beleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.