bekleedt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kleedt

Werkwoord

vervoeging van
bekleden

bekleedt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekleden
    • Jij bekleedt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekleden
    • Hij bekleedt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van bekleden
    • Bekleedt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.