beiert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beiĀ·ert

Werkwoord

vervoeging van
beieren

beiert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beieren
    • Jij beiert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beieren
    • Hij beiert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beieren
    • Beiert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.