behoed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hoed
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van behoeden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
behoeden

behoed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeden
    • Ik behoed. 
  2. gebiedende wijs van behoeden
    • Behoed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeden
    • Behoed je? 
  4. voltooid deelwoord van behoeden


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
behoed
behoed
volledig

Werkwoord

behoed

  1. behoeden
  1. «Mag ons daarvan behoed word!»
    Mogen we daarvoor behoed worden!
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.