beharen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ha·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van haren met het voorvoegsel be-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beharen
behaarde
behaard
zwak -d volledig

Werkwoord

beharen [1]

  1. overgankelijk van haar voorzien
    • Het is tijd om je strijkstok opnieuw te beharen. 
    • Is dit haargroeimiddel in staat die inhammen opnieuw te beharen? 
  1. ergatief haar krijgen
    • Haar snel groeiende zoontje begon op zijn borst en zijn benen te beharen. 

Gangbaarheid

  • Het woord beharen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.