beharen
Nederlands
Woordafbreking
- be·ha·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beharen |
behaarde |
behaard |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beharen [1]
- overgankelijk van haar voorzien
- Het is tijd om je strijkstok opnieuw te beharen.
- Is dit haargroeimiddel in staat die inhammen opnieuw te beharen?
- ergatief haar krijgen
- Haar snel groeiende zoontje begon op zijn borst en zijn benen te beharen.
Gangbaarheid
- Het woord beharen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beharen' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.