begoocheling
Nederlands
Woordafbreking
- be·goo·che·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van begoochelen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begoocheling | begoochelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
begoocheling v
- het iemand in een waan brengen
Gangbaarheid
- Het woord begoocheling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'begoocheling' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.