bebost
Nederlands
Woordafbreking
- beĀ·bost
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bebossen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bebossen |
bebost
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebossen
- Jij bebost.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebossen
- Hij bebost.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van bebossen
- Bebost!
- voltooid deelwoord van bebossen
Gangbaarheid
- Het woord bebost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bebost' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.