beangstigend
Nederlands
Woordafbreking
- be·ang·sti·gend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beangstigend | beangstigender | beangstigendst |
verbogen | beangstigende | beangstigendere | beangstigendste |
partitief | beangstigends | beangstigenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beangstigend
- vrees inboezemend
- De schuldencrisis werd door velen als een beangstigende zaak ervaren en dat deed het vertrouwen op de markten allerminst versterken.
Gangbaarheid
- Het woord beangstigend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beangstigend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.